Hoe oud ben je, waar woon je en met wie?
Ik ben 75 jaar, woon weer in Oostkapelle -waar ik ook geboren ben – en ben getrouwd met Berenice Noordam, kunstschilder die in Rotterdam haar atelier heeft. Ik geniet hier van mijn pensioen terwijl Berenice nog dagelijks in haar atelier in Rotterdam werkt. We hebben twee zoons: Damiaan (35) woont met zijn Alexandra en hun zoon Thibaud (1) in Amsterdam en Gerrit (31) met zijn Marloes in Rotterdam.
Hoe lang ben je lid van het FFH?
Eigenlijk al vanaf m’n geboorte maar officieel sinds mijn 21e. Mijn vader was Administrateur, en vanaf dat ik mee kon ging ik met hem mee. Destijds waren dat nog kleine vergaderingen. In de loop van de tijd heb ik dat zien veranderen. Vroeger was een vergadering van 10 mensen veel, nu zit de zaal bomvol. Vroeger waren “jongeren” niet zo geïnteresseerd; het Fonds was een oude mannen club, maar wel gezellig. Na de vergadering kwamen familieleden bij mijn ouders logeren, dus de zondag na de vergadering was altijd druk en gezellig.
Hoe lang ben je actief binnen het FFH, en in welke functie(s)?
Ik ben vooral actief in de zin van het bijwonen van de jaarlijkse familievergaderingen. Ik ben niet zo’n vergadertijger, maar ik ben altijd bereid iets te DOEN. Zo heb ik geholpen bij de organisatie van de lustrumfeesten ter gelegenheid van het 250 – en het 255 – jarig bestaan. En ik heb wel eens in Commissie van Voorbereiding gezeten.
Wat motiveert je daartoe?
In z’n algemeenheid draag ik het fonds een warm hart toe, het is een goede instelling. Ik weet uit ervaring dat sommige mensen ongelooflijk geholpen zijn. De studentenregeling vind ik ook een hele goeie zaak.
Een ander aspect is de gezelligheid. De activiteiten van het Fonds gaan altijd gepaard met veel gezelligheid en daar houd ik van.
Verder noem ik het gekscherend wel eens de beste verzekering die er is. Voor 4 euro per jaar weet ik dat ik, mocht de nood echt aan de man zijn, een beroep op het Fonds kan doen. Dat is een geruststellende gedachte, al hoop ik er nooit gebruik van te moeten maken.
Welke memorabele momenten zijn je bijgebleven van je tijd binnen het FFH tot nu toe?
Dat betreft dus vooral de activiteiten buiten de vergaderingen om. De feestelijke reünies in de lustrumjaren. Ik herinner mij het 200-jarig bestaan, maar meer recent het 250-jarig bestaan en natuurlijk de feestelijke viering van het 255-jarig bestaan op 9 juli 2022 in Vlissingen.
Hoe zie jij de toekomst van het FFH?
Het aantal familieleden neemt toe, wat maakt dat de onderlinge band kleiner wordt. En dus neemt de anonimiteit toe, daar moeten we wellicht met z’n allen eens over nadenken.
Wat is je beroep?
Ik heb m’n hele werkzame leven (42 jaar om precies te zijn) in de logistieke wereld van de haven van Rotterdam gewerkt. Altijd leidinggevend of als lid van de directie. Ik vind het een boeiende, uitdagende en mooie wereld en heb mijn werk altijd met plezier gedaan.
Wat zijn je hobbies/interesses?
Wij wonen in de Manteling van Walcheren. Dat ligt op de Kop van Walcheren, tussen Domburg en de Veerse Gat dam. Het was ooit familiebezit tot het is verkocht aan Staasbosbeheer. Ik doe als vrijwilliger voor SBB veel onderhoud in de bossen en een eendenkooi. Dat doe ik graag en het is lekker werken in de buitenlucht.
Tevens ben ik vrijwilliger bij het Polderhuis museum in Westkapelle. Ik help o.a. met het onderhoud en bij de voorbereiding van allerlei activiteiten. Het is zinvol werk en gezellig.
En ik zing graag en ben lid van het Westkappels Koor. Dat is extra bijzonder omdat we optreden in Walcherse dracht en daarmee een traditie in ere houden. Ook heeft het Fonds bijgedragen aan het boek dat wij maakten ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan in 2022.
Wat is naar jouw mening je beste eigenschap, en wat je slechtste?
Slechte eigenschap: ik kan wel eens wat ongeduldig zijn…
Minder slecht: mijn motto is “het komt wel goed”. Ik zie het glas altijd halfvol. Ik ben een optimist op microniveau. Maar als je de krant leest is er op macroniveau op dit moment weinig reden tot optimisme.
Hoe ziet je ultieme lekker-mezelf-zijn – dag eruit?
Vroeg opstaan en de kranten lezen (op papier en internet). Een beetje in de tuin rommelen.
We wonen op 5 minuten lopen van het het strand op hoorafstand van de zee. Ik ga elke dag even naar de zee kijken. ’s Zomers even zwemmen en ’s winters wandelen.
En ik houd erg van wandelen. Ik heb samen met een wandelmakker alle eilanden van de hele provincie Zeeland afgewandeld, waarbij we het zoute water altijd zichtbaar aan de linkerschouder hielden. We hebben dat in etappes in twee jaar gedaan. Het was leuk om dat samen te doen, met z’n tweeën kom je onderweg tot mooie gesprekken. En achteraf van elke etappe een sfeerimpressie schrijven: wat zagen wij, wat viel op en welke ontmoetingen hadden wij.
Het boek “Turn Right at Land’s End” van John Merrill heeft me hiertoe geïnspireerd. Hij heeft in z’n eentje de hele Engelse kust rondgewandeld waarbij hij zelfs rivieren doorwaadde in plaats van een veerpont te nemen. Zo streng zijn wij niet geweest voor onszelf, het moest natuurlijk wel leuk blijven. En er was altijd wel een strandpaviljoen of café te vinden voor een aangename rustpauze.