Biografie van Christiaan Snouck Hurgronje

22 april 2021

Uit de pers heeft u kunnen opmaken dat Professor Wim van den Doel een vuistdikke biografie Snouck van 650 pagina’s heeft geschreven. Op 29 april om 20.30 uur wordt vanuit de Universiteits Bibliotheek Leiden een interview met Wim van den Doel over deze biografie van Christiaan Snouck Hurgronje uitgezonden.

Op verzoek van Administrateuren heb ik een korte samenvatting van een biografie van Christiaan Snouck Hurgronje bijgevoegd, zoals die is opgenomen op de website van de Stichting Historische Begraafplaats Groenesteeg te Leiden, waar Christiaan Snouck Hurgronje in het familiegraf begraven ligt. Ik ben bestuurslid van deze Stichting die belast is met het beheer van deze begraafplaats.

Op de website van de begraafplaats is een door ons samengestelde biografie in de rubriek Beschreven personen opgenomen.

Ter ondersteuning van deze lezing zijn op de begraafplaats Groenesteeg filmopnames gemaakt voor een teaser. Deze lezing is voor iedereen toegankelijk. De teaser is reeds te zien op YouTube.

De online boekensalon vindt plaats op 29 april om 20.30 uur en is te volgen via deze pagina.

Matthijs Snouck Hurgronje,
Bestuurslid Stichting Historische Begraafplaats Groenesteeg


Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936): keldergraf 168B, vak B Arabist, islamoloog, antropoloog, avonturier, maar ook ‘undercover agent avant la lettre’

Personalia
Geboren: 8 februari 1857 te Oosterhout
Zoon van: Jacob Julianus Snouck Hurgronje en Anna Maria de Visser
Huwelijken:
– op Java: met Sankana in 1890 en met Siti Sadijah in 1898
– in Nederland: met Ida Maria Oort op 8 juli 1910 te Zutphen
Overleden: 26 juni 1936 te Leiden. Begraven: 29 juni 1936 te Leiden

Samenvatting biografie

Christiaan Snouck Hurgronje is in het Brabantse Oosterhout geboren. In 1874 begint hij te Leiden een studie theologie. Na zijn kandidaatsexamen gaat hij verder in de semitische talen en bekwaamt zich vooral in het Arabisch. In 1880, pas 23 jaar oud, promoveert hij cum laude. Zijn dissertatie is getiteld ‘Het Mekkaanse feest’.

Daarna gaat hij zich nog verder bekwamen in het Arabisch en weet hij de taal, de cultuur en het geloof goed te doorgronden. In 1881 wordt hij in Leiden leraar aan de gemeentelijke instelling, die de opleiding van Oost-Indische ambtenaren verzorgt.

In de studie van het Arabisch gaat Snouck Hurgronje van meet af aan zijn eigen weg. Het gaat hem vooral om de taal van de islam. Hij leert Atjehs, Maleis, Javaans en nog een aantal andere talen en dialecten.

Snouck Hurgronje richt zich op de studie van de islam, in het bijzonder de moslimse wetgeving. Met zijn artikelen over de grondslagen en inhoud van deze wetten heeft Snouck Hurgronje baanbrekend werk verricht. Mede hierdoor is hij een van de grondleggers van de hedendaagse internationale islamwetenschap.

Snouck Hurgronje wil graag naar Mekka. In 1884 zet hij in Djedda voet op Arabische bodem. In Djedda is hij te gast op het Nederlands consulaat en vandaaruit wil hij naar Mekka op bedevaart gaan. Het is zijn bedoeling om het streekdialect zo snel mogelijk te beheersen. Snouck Hurgronje laat zich ook besnijden, neemt de Arabische naam Abd al-Ghaffar aan en wordt moslim, want alleen als moslim krijg je toegang tot de hadj, de Islamitische bedevaart.

Het lukt hem om contacten binnen de moslimwereld op te bouwen, met Arabische geleerden en hoogwaardigheidsbekleders. Hij weet aan informatie te komen die geen enkele andere westerling zou kunnen krijgen. Hij is klaar voor de pelgrimstocht.

Hij reist naar Mekka en verblijft daar ongeveer een half jaar, maar dan slaat het noodlot toe. Bij een affaire rond een gedenksteen met Aramese inscripties komt Snouck Hurgronje op een gegeven moment onder verdenking van diefstal te staan en daarmee is zijn positie onhoudbaar geworden. Hij moet het land verlaten met achterlating van al zijn foto’s en aantekeningen. Gelukkig worden deze gered en zijn ze hem later nagezonden. Het zijn de eerste foto’s ooit gemaakt in Mekka.

Na terugkeer in Nederland begint Snouck Hurgronje aan een boek met vele – merendeels zelf gemaakte – foto’s over zijn verblijf in Djedda en Mekka. Hiermee verwerft hij grote bekendheid. In 1887 wordt hij aan de Rijksuniversiteit Leiden lector met de leeropdracht ‘Instellingen van de Islam’. Ondertussen bereidt hij zich voor op een volgende verre reis. Snouck Hurgronje vertrekt in 1889 naar Nederlands-Indië, met als uiteindelijke bestemming Atjeh.

Daar is het al enige jaren zeer onrustig. Sinds 1873 is Nederland in oorlog met de ‘opstandige’ Atjehers. In mei 1892 dient Snouck een verslag in over zijn verblijf in Atjeh, dat als uitgangspunt dient voor zijn tweedelig werk ‘De Atjehers’. In 1896 wordt hij aangesteld als adviseur van militair gouverneur Van Heutsz en levert in die hoedanigheid een belangrijke bijdrage aan een bloedige oorlog, waarna de Atjehers zich overgeven. In deze functie is Snouck Hurgronje jarenlang van grote waarde voor Nederland, totdat onenigheid met Van Heutsz een langer verblijf in Nederlands-Indië onmogelijk maakt en hij in 1906 ‘verbitterd’ weer voet op Nederlandse bodem zet.

Snouck Hurgronjes terugkeer wordt door de Leidse universiteit aangegrepen om hem te benoemen tot hoogleraar Arabisch. Daarnaast blijft hij adviseur voor Indische Zaken. Hij gaat wonen aan de Witte Singel en trouwt in 1910 met Ida Maria Oort. Zij krijgen een dochter (Christien) en verhuizen in 1919 naar Rapenburg 61, een statig herenhuis met 18de -eeuwse gevel met balkon. In dit pand worden ook vergaderingen gehouden en colleges gegeven. In 1927 wordt Snouck Hurgronje zeventig jaar en treedt hij af als hoogleraar. Daarna richt hij samen met zijn opvolger prof. dr. A.J. Wensinck, het Oosters Instituut op.

Op bijna tachtigjarige leeftijd overlijdt hij in zijn huis aan het Rapenburg. Na zijn overlijden wordt de gehele collectie van het Oosters Instituut, met inbegrip van de uitgebreide bibliotheek, in zijn woonhuis aan het Rapenburg 61 ondergebracht. Dit huis staat sindsdien bekend als het Snouck Hurgronjehuis, waar sinds zijn overlijden het Leids Universiteits Fonds ruim tachtig jaar gehuisvest is geweest. Momenteel (2019) is het Instituut voor de Nederlandse Taal erin gevestigd. Leiden heeft in de Professorenwijk een Snouck Hurgronjestraat.

Share your thoughts
{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}